Перевод: со всех языков на французский

с французского на все языки

С французского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Французский

laisser traîner ses mains partout

Толкование Перевод

1 hand

hand

1 main 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   aan handen en voeten gebonden • pieds et poings liés

     op handen en voeten lopen, kruipen • marcher à quatre pattes

     〈 figuurlijk〉 zich met handen en voeten verweren • se défendre pied à pied

     in andere handen komen • changer de main

     aan de beterende hand zijn • être en voie de guérison

     〈 figuurlijk〉 in de dode hand • de mainmorte

     een gelukkige hand van gooien hebben • avoir la main chanceuse

     een gemakkelijke hand van uitgeven hebben • dépenser sans compter

     die zaak is in goede handen • cette affaire est en bonnes mains

     gouden handen hebben • avoir des doigts de fée

     met harde hand opvoeden • élever à la dure

     (iemand) de helpende hand bieden • tendre une main secourable (à qn.)

     bevelen van hoger hand • ordres qui viennent d'en haut

     van hoger hand is besloten dat • les autorités ont décidé que

     〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • mettre la dernière main à qc.

     niet met lege handen komen • ne pas arriver les mains vides

     〈 figuurlijk〉 een tekening uit de losse hand • un dessin à main levée

     〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • faire qc. par-dessus la jambe

     met losse handen rijden • rouler sans les mains

     iemand de reddende hand toesteken • tendre la perche à qn.

     〈 figuurlijk〉 in slechte handen vallen • tomber entre de mauvaises mains

     de sterke hand • (les agents de) la force publique

     de politiek van de toegestoken hand • la politique de la main tendue

     met vaste hand • d'une main assurée

     met vaste, krachtige hand regeren • gouverner avec poigne

     in vertrouwde handen zijn • être entre bonnes mains

     de vlakke hand • la paume

     dat kost handen vol geld • ça coûte une (petite) fortune

     de handen vol hebben • 〈 letterlijk〉 avoir les mains chargées; 〈 figuurlijk〉 avoir un travail fou

     in vreemde handen overgaan • passer en d'autres mains

     de handen vrij hebben • avoir les coudées franches

     〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • donner carte blanche à qn.

     〈 figuurlijk〉 met de warme hand geven • donner de son vivant

     aan de winnende hand zijn • être en train de gagner

     〈 figuurlijk〉 met zachte hand • avec tact

     〈 figuurlijk〉 de handen van iemand aftrekken • abandonner qn. à son sort

     〈 figuurlijk〉 de handen van iets aftrekken • se détourner de qc.

     〈 figuurlijk〉 iemand de handen binden • lier les mains à qn.

     〈 figuurlijk〉 zijn handen branden • se casser le nez

     de handen dichtknijpen • serrer les poings; 〈 figuurlijk〉 se frotter les mains

     iemand de hand drukken, geven, schudden • donner une poignée de main à qn.

     iemand de hand op iets geven • donner sa parole à qn.

     zij kunnen elkaar de hand geven • ils peuvent se donner la main

     〈 figuurlijk〉 de hand in iets hebben • être mêlé à qc.

     〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • ±couvrir qn.

     〈 figuurlijk〉 de hand aan iets houden • observer (scrupuleusement) qc.

     〈 figuurlijk〉 de handen ineenslaan • unir ses efforts

     〈 figuurlijk〉 mijn handen jeuken • la main me démange (de frapper)

     〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • arracher des applaudissements

     de hand op iets, iemand leggen • mettre la main sur qc., qn.

     〈 figuurlijk〉 de handen in de schoot leggen • baisser les bras

     de hand lezen • lire (dans) les lignes de la main

     de hand met iets lichten • 〈 't niet zo nauw nemen〉 prendre qc. à la légère; 〈 zich ervan afmaken〉 bâcler qc.

     hij heeft de handen los aan zijn lijf zitten • il n'a pas les bras gourds

     〈 figuurlijk〉 zijn hand niet voor iets omdraaien ↓ faire qc. les doigts dans le nez

     〈 figuurlijk〉 de hand(en) tegen iemand opheffen • lever la main contre qn.

     〈 figuurlijk〉 de hand ophouden • faire la manche

     elkaar de hand reiken • 〈 letterlijk en figuurlijk〉 se tendre la main

     iemand de hand reiken, toesteken • tendre la main à qn.; 〈 helpen〉 donner un coup de main à qn.

     de hand aan de ploeg, aan het werk slaan • se mettre à l'ouvrage

     〈 figuurlijk〉 de hand aan zichzelf slaan • mettre fin à ses jours

     〈 figuurlijk〉 de hand in eigen boezem steken • s'en prendre à soi-même

     〈 figuurlijk〉 zijn handen uit de mouwen steken • mettre la main à la pâte

     〈 figuurlijk〉 ik zou er mijn hand voor in het vuur durven steken • j'en mettrais ma main au feu

     〈 figuurlijk〉 de hand over het hart strijken • se montrer indulgent

     zijn handen niet thuis kunnen houden • 〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout

     〈 figuurlijk〉 de hand van een meisje vragen • demander la main d'une jeune fille

     〈 figuurlijk〉 zijn handen aan iets vuilmaken • se salir les mains

     〈 figuurlijk〉 iemand de handen vullen • graisser la patte à qn.

     〈 figuurlijk〉 zijn handen in onschuld wassen • s'en laver les mains

     〈 figuurlijk〉 iemands handen zalven • graisser la patte à qn.

     mijn hand erop! • c'est promis!

     handen omhoog! • haut les mains!

     streng de hand houden aan de voorschriften • être à cheval sur le règlement

     handen thuis! • bas les pattes!

     〈 figuurlijk〉 aan de hand van • d'après

     〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • suggérer qc. à qn.

     hand aan (in) hand gaan • marcher la main dans la main

     iets aan de hand hebben • 〈 bezig met〉 s'occuper de qc.; 〈 betrokken bij〉 être mêlé à qc.

     〈 figuurlijk〉 iets achter de hand hebben • avoir qc. en réserve

     〈 figuurlijk〉 iets bij de hand nemen • entreprendre qc.

     〈 figuurlijk〉 iets bij de hand hebben • avoir qc. à portée de la main

     in de handen klappen • battre des mains

     in handen vallen van de politie • tomber aux mains de la police

     goed, gemakkelijk in de hand liggen • être maniable

     zijn toekomst is in mijn handen • son avenir est entre mes mains

     iemand iets in handen spelen • faire passer discrètement qc. à qn.

     〈 figuurlijk〉 zijn leven stellen in Gods hand • remettre sa vie entre les mains de Dieu

     〈 figuurlijk〉 een auto goed in de hand hebben • avoir une voiture bien en main

     iets met het bewijs in handen aantonen • démontrer qc. preuves en main

     〈 figuurlijk〉 iemand in handen vallen • tomber entre les mains de qn.

     〈 figuurlijk〉 iemand iets in handen geven • confier qc. à qn.

     〈 figuurlijk〉 hij mag zich in de handen wrijven • il peut se frotter les mains

     〈 figuurlijk〉 je hebt het zelf in de hand • c'est toi qui décides

     hij wil met de hand aan de hemel reiken • il veut décrocher la lune

     met de handen werken • travailler de ses mains

     〈 figuurlijk〉 met de handen in het haar zitten • s'arracher les cheveux

     〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • saisir l'occasion

     〈 figuurlijk〉 met de handen in de zakken staan, zitten • garder les mains dans les poches

     〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • déclarer qc. la main sur le coeur

     met de hand genaaid • cousu (à la) main

     zich met hand en tand verzetten • se défendre comme un lion

     〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand stellen • manipuler qn.

     〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • mettre qn. dans sa poche

     iets om handen hebben • avoir qc. à faire

     〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • travailler à qc.

     〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • passer un savon à qn.

     〈 figuurlijk〉 iemand op handen dragen • ±être en admiration devant qn.

     op (met) de hand wassen • laver à la main

     de hand op de knip houden • être près de ses sous

     hand over hand toenemen • aller en augmentant

     iemand iets ter hand stellen • remettre qc. à qn. (en mains propres)

     iets ter hand nemen • 〈 letterlijk〉 prendre qc. en main; 〈 figuurlijk〉 entreprendre qc.

     iemand het werk uit de handen nemen • décharger qn. d'un travail

     er komt niets uit zijn handen • il n'arrive à rien (de bon)

     uit de hand eten • 〈letterlijk; m.b.t. dieren〉 accepter la nourriture dans la main de qn.; 〈 figuurlijk〉 manger dans la main

     uit de hand lopen • dégénérer; 〈m.b.t. prijzen, economie〉 déraper

     uit de eerste hand • de première main

     vlug van de hand gaan • se vendre comme des petits pains

     iets van de hand doen • écouler qc.

     van hand tot hand gaan • passer de main en main

     〈 juridisch〉 gift van hand tot hand • don de la main à la main

     〈 figuurlijk〉 voor de hand wegnemen • prendre ce qui est devant soi

     〈 figuurlijk〉 dat ligt voor de hand • ça va de soi

     〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 zonder handen rijden • rouler sans les mains

     geen hand voor iemand, iets uitsteken • ne pas lever le petit doigt pour aider qn., faire qc.

     hij heeft er geen hand naar uitgestoken • il n'y a pas touché

     〈 figuurlijk〉 geen hand voor ogen kunnen zien • n'y voir goutte

     het zijn twee handen op één buik • ils s'entendent comme larrons en foire

     〈 figuurlijk〉 handen te kort komen • être débordé de travail

     〈 spreekwoord〉 vele handen maken licht werk • à plusieurs mains l'ouvrage avance

¶ wat is er daar aan de hand? • qu'est-ce qui se passe?

     alsof er niets aan de hand was • comme si de rien n'était

     iets in de hand werken • aider à qc.

     dat werkt misdaad in de hand • c'est une incitation au crime

     iemand op zijn hand krijgen • mettre qn. de son côté

     op iemands hand zijn • être du côté de qn.

     〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • prendre tout au sérieux

     op handen zijn • être imminent

     van de hand in de tand leven • vivre au jour le jour

     een voorstel van de hand wijzen • repousser une proposition

     beschuldigingen van de hand wijzen • rejeter des accusations

     een uitnodiging van de hand wijzen • décliner une invitation

→ link=vogel vogel

Deens-Russisch woordenboek > hand
2 zijn handen niet thuis kunnen houden

zijn handen niet thuis kunnen houden

〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout

Deens-Russisch woordenboek > zijn handen niet thuis kunnen houden
3 pull

pull [pʊl]

fait de tirer ⇒ 1 (a) traction ⇒ 1 (b) résistance ⇒ 1 (c) attrait ⇒ 1 (d) influence ⇒ 1 (e) tirer ⇒ 2 (a)-(c), 3 (a) traîner ⇒ 2 (a) arracher ⇒ 2 (d) se déchirer ⇒ 2 (e) réussir ⇒ 2 (f)

1 noun

(a) (tug, act of pulling)

∎ to give sth a pull, to give a pull on sth tirer (sur) qch;

∎ give it a hard or good pull! tirez fort!;

∎ give it one more pull tire encore un coup;

∎ we'll need a pull to get out of the mud nous aurons besoin que quelqu'un nous remorque ou nous prenne en remorque pour nous désembourber;

∎ with a pull the dog broke free le chien tira sur sa laisse et s'échappa;

∎ she felt a pull at or on her handbag elle a senti qu'on tirait sur son sac à main;

∎ I felt a pull on the fishing line ça mordait

(b) (physical force → of machine) traction f; (→ of sun, moon, magnet) (force f) d'attraction f;

∎ the winch applies a steady pull le treuil exerce une traction continue;

∎ the gravitational pull is stronger on Earth la gravitation est plus forte sur Terre;

∎ we fought against the pull of the current nous luttions contre le courant qui nous entraînait

(c) (resistance → of bowstring) résistance f;

∎ adjust the trigger if the pull is too stiff for you réglez la détente si elle est trop dure pour vous

(d) (psychological, emotional attraction) attrait m;

∎ the pull of city life l'attrait m de la vie en ville;

∎ he resisted the pull of family tradition and went his own way il a résisté à l'influence de la tradition familiale pour suivre son propre chemin

(e) familiar (influence, power) influence^□ f, piston m;

∎ to have a lot of pull avoir le bras long;

∎ he has a lot of pull with the Prime Minister il a beaucoup d'influence sur le Premier ministre;

∎ his money gives him a certain political pull son argent lui confère une certaine influence ou un certain pouvoir politique;

∎ his father's pull got him in son père l'a pistonné

(f) (prolonged effort)

∎ it'll be a long pull to the summit la montée sera longue (et difficile) pour atteindre le sommet;

∎ it will be a hard pull upstream il faudra ramer dur pour remonter le courant;

∎ it's going to be a long uphill pull to make the firm profitable ça sera difficile de remettre l'entreprise à flot

(g) (in rowing → stroke) coup m de rame ou d'aviron;

∎ with another pull he was clear of the rock d'un autre coup de rame, il évita le rocher

(h) (at cigar) bouffée f; (at drink, bottle) gorgée f;

∎ to take a pull at or on one's beer boire ou prendre une gorgée de bière;

∎ to take a pull at or on one's cigarette/pipe tirer sur sa cigarette/pipe

(i) (usu in cpds) (knob, handle) poignée f; (cord) cordon m; (strap) sangle f

(j) (snag → in sweater) accroc m;

∎ my cardigan has a pull in it j'ai fait un accroc à mon cardigan

(k) Typography épreuve f

(l) familiar

∎ to be on the pull (man) chercher à lever une nana; (woman) chercher à lever un mec

2 transitive verb

(a) (object → yank, tug) tirer; (→ drag) traîner; (person) tirer, entraîner;

∎ she pulled my hair elle m'a tiré les cheveux;

∎ to pull the blinds baisser les stores;

∎ to pull the British curtains or

∎ American drapes tirer ou fermer les rideaux;

∎ we pulled the heavy log across to the fire nous avons traîné la lourde bûche jusqu'au feu;

∎ pull the lamp towards you tirez la lampe vers vous;

∎ he pulled his chair closer to the fire il approcha sa chaise de la cheminée;

∎ she pulled the hood over her face elle abaissa le capuchon sur son visage;

∎ he pulled his hat over his eyes il enfonça ou rabattit son chapeau sur ses yeux;

∎ he pulled the steering wheel to the right il a donné un coup de volant à droite;

∎ to pull a drawer open ouvrir un tiroir;

∎ she came in and pulled the door shut behind her elle entra et ferma la porte derrière elle;

∎ pull the rope taut tendez la corde;

∎ pull the knot tight serrez le nœud;

∎ pull the tablecloth straight tendez la nappe;

∎ he pulled the wrapping from the package il arracha l'emballage du paquet;

∎ he pulled the sheets off the bed il enleva les draps du lit;

∎ she pulled her hand from mine elle retira (brusquement) sa main de la mienne;

∎ she pulled the box from his hands elle lui a arraché la boîte des mains;

∎ he was pulling her towards the exit il l'entraînait vers la sortie;

∎ he pulled her closer (to him) il l'a attirée plus près de lui;

∎ the current pulled us into the middle of the river le courant nous a entraînés au milieu de la rivière;

∎ he pulled himself onto the riverbank il se hissa sur la berge;

∎ figurative the sound of the doorbell pulled him out of his daydream le coup de sonnette l'a tiré de ou arraché à ses rêveries;

∎ figurative he was pulled off the first team on l'a écarté ou exclu de la première équipe;

∎ British familiar pull the other one (it's got bells on)! mon œil!, à d'autres!;

∎ to pull to bits or pieces (toy, appliance) démolir, mettre en morceaux; (book, flower) déchirer; figurative (book, play, person) démolir

(b) (operate → lever, handle) tirer;

∎ pull the trigger appuyez ou pressez sur la détente

(c) (tow, draw → load, trailer, carriage, boat) tirer, remorquer;

∎ carts pulled by mules des charrettes tirées par des mules;

∎ a suitcase with wheels that you pull behind you une valise à roulettes qu'on tire ou traîne derrière soi;

∎ the barges were pulled along the canals les péniches étaient halées le long des canaux

(d) (take out → tooth) arracher, extraire; (→ weeds) arracher; (→ weapon) tirer, sortir;

∎ he pulled a dollar bill from his wad/wallet il a tiré un billet d'un dollar de sa liasse/sorti un billet d'un dollar de son portefeuille;

∎ he pulled a gun on me il a braqué un revolver sur moi;

∎ to pull a cork déboucher une bouteille;

∎ to have a tooth pulled se faire arracher une dent;

∎ it was like pulling teeth c'était pénible comme tout;

∎ getting him to talk is like pulling teeth! il faut lui arracher les mots de la bouche!;

∎ familiar can you pull that file for me? pourriez-vous me sortir ce dossier?^□

(e) (strain → muscle, tendon) se déchirer;

∎ she pulled a muscle elle s'est déchiré un muscle, elle s'est fait un claquage;

∎ a pulled muscle un claquage;

∎ my shoulder feels as if I've pulled something j'ai l'impression que je me suis froissé un muscle de l'épaule

(f) familiar (bring off) réussir^□ ;

∎ she has pulled several daring financial coups elle a réussi plusieurs opérations financières audacieuses;

∎ he pulled a big bank job in Italy il a réussi un hold-up de première dans une banque italienne;

∎ to pull a trick on sb jouer un tour à qn^□ ;

∎ what are you trying to pull? qu'est-ce que tu es en train de combiner ou manigancer?^□ ;

∎ don't try and pull anything! n'essayez pas de jouer au plus malin!;

∎ don't ever pull a stunt like that again ne me/nous/ etc refais jamais un tour comme ça^□ ;

∎ to pull a fast one on sb avoir qn, rouler qn;

∎ American I pulled an all-nighter j'ai bossé toute la nuit

(g) (hold back) Horseracing

∎ to pull a horse retenir un cheval;

∎ also figurative to pull one's punches retenir ses coups, ménager son adversaire;

∎ figurative she didn't pull any punches elle n'y est pas allée de main morte

(h) (in golf, tennis → ball) puller;

∎ to pull a shot puller

(i) (in rowing → boat) faire avancer à la rame;

∎ he pulls a good oar c'est un bon rameur;

∎ the boat pulls eight oars c'est un bateau à huit avirons

(j) Typography (proof) tirer

(k) Computing extraire

(l) (gut → fowl) vider

(m) familiar (withdraw) retirer^□ ;

∎ people complained and they had to pull the commercial ils ont dû retirer la pub suite à des plaintes

(n) familiar (attract → customers, spectators) attirer^□ ;

∎ the festival pulled a big crowd le festival a attiré beaucoup de monde;

∎ how many votes will he pull? combien de voix va-t-il récolter?^□

(o) British (serve → draught beer) tirer;

∎ he pulls pints at the Crown il est barman au Crown

(p) familiar (sexual partner) lever, emballer

3 intransitive verb

(a) (exert force, tug) tirer;

∎ pull harder! tirez plus fort!;

∎ to pull on or at a rope tirer sur un cordage;

∎ the bandage may pull when I take it off le pansement risque de vous tirer la peau quand je l'enlèverai;

∎ the steering pulls to the right la direction tire à droite;

∎ Cars the 2-litre model pulls very well le modèle 2 litres a de bonnes reprises;

∎ figurative they're pulling in different directions ils tirent à hue et à dia

(b) (rope, cord)

∎ the rope pulled easily la corde filait librement

(c) (go, move)

∎ pull into the space next to the Mercedes mettez-vous ou garez-vous à côté de la Mercedes;

∎ he pulled into the right-hand lane il a pris la file de droite;

∎ pull into the garage entrez dans le garage;

∎ when the train pulls out of the station quand le train quitte la gare;

∎ she pulled clear of the pack elle s'est détachée du peloton;

∎ he pulled clear of the traffic and sped on il est sorti du flot de la circulation et a accéléré;

∎ he pulled sharply to the left il a viré brutalement sur la gauche;

∎ the lorry pulled slowly up the hill le camion gravissait lentement la côte

(d) (strain, labour → vehicle) peiner; (→ horse) tirer sur le mors;

∎ the engine's pulling le moteur fatigue ou peine

(e) familiar (exert influence, give support)

∎ the head of personnel is pulling for you or on your behalf vous avez le chef du personnel derrière vous^□

(f) (snag → sweater) filer;

∎ my sweater's pulled in a couple of places mon pull a plusieurs mailles filées

(g) (row) ramer;

∎ to pull for shore ramer vers la côte;

∎ to pull with a long stroke ramer à grands coups d'aviron

(h) familiar (find sexual partner)

∎ did you pull last night? t'as levé une nana/un mec hier soir?

►► American pull date date f limite de vente;

Marketing pull strategy stratégie f pull;

pull tab (on can) anneau m, bague f

➲ pull about separable transitive verb

(handle roughly → person) malmener; (→ object) tirer dans tous les sens, tirailler;

∎ stop pulling me about! mais lâche-moi donc!

➲ pull ahead intransitive verb

prendre de l'avance;

∎ to pull ahead of sb prendre de l'avance sur qn

➲ pull along separable transitive verb

(load, vehicle) tirer; (person) entraîner;

∎ he was pulling the suitcase along by the strap il tirait la valise derrière lui par la sangle;

∎ she pulled me along by my arm elle m'entraînait en me tirant par le bras

➲ pull apart

1 separable transitive verb

(a) (take to pieces → machine, furniture) démonter;

∎ now you've pulled it all apart, are you sure you can fix it? maintenant que tu as tout démonté, es-tu sûr de pouvoir le réparer?

(b) (destroy, break → object) mettre en morceaux ou en pièces; (→ clothing) déchirer; (body, flesh) déchiqueter;

∎ the wreck was pulled apart by the waves les vagues ont disloqué l'épave;

∎ tell him where it's hidden or he'll pull the place apart dites-lui où c'est (caché) sinon il va tout saccager

(c) (criticize → essay, performance, theory) démolir; (→ person) éreinter

(d) (separate → fighters, dogs) séparer; (→ papers) détacher, séparer

(e) (make suffer) déchirer

2 intransitive verb

(furniture) se démonter, être démontable;

∎ the shelves simply pull apart les étagères se démontent sans outils

➲ pull around separable transitive verb

(a) (cart, toy, suitcase) tirer derrière soi

(b) (make turn) tourner, faire pivoter;

∎ he pulled the horse around il fit faire demi-tour à son cheval

➲ pull at inseparable transitive verb

(a) (strain at, tug at) tirer sur;

∎ the dog pulled at the leash le chien tira sur la laisse;

∎ we pulled at the rope nous avons tiré sur la corde;

∎ I pulled at his sleeve je l'ai tiré par la manche;

∎ each pulled at an oar chacun tirait sur un aviron;

∎ the wind pulled at her hair le vent faisait voler ses cheveux

(b) (suck → pipe, cigar) tirer sur;

∎ (→ bottle) he pulled at his bottle of beer il a bu une gorgée de bière

➲ pull away

1 separable transitive verb

(withdraw → covering, hand) retirer; (grab) arracher;

∎ she pulled her hand away elle retira ou ôta sa main;

∎ he pulled me away from the window il m'éloigna de la fenêtre;

∎ she pulled the book away from him elle lui arracha le livre

2 intransitive verb

(a) (withdraw → person) s'écarter;

∎ I put out my hand but she pulled away j'ai tendu la main vers elle mais elle s'est détournée;

∎ he had me by the arm but I managed to pull away il me tenait par le bras mais j'ai réussi à me dégager

(b) (move off → vehicle, ship) démarrer; (→ train, convoy) s'ébranler;

∎ the boat pulled away from the bank le bateau quitta la rive;

∎ the train pulled away from the station le train a quitté la gare;

∎ as the train began to pull away alors que le train s'ébranlait

(c) (get ahead → runner, competitor) prendre de l'avance;

∎ she's pulling away from the pack elle prend de l'avance sur le peloton, elle se détache du peloton

➲ pull back

1 separable transitive verb

(a) (draw backwards or towards one) retirer;

∎ he pulled his hand back il retira ou ôta sa main;

∎ she pulled back the curtains elle ouvrit les rideaux;

∎ pull the lever back tirez le levier (vers l'arrière);

∎ he pulled me back from the railing il m'a éloigné de la barrière;

∎ to pull sb/a company back from the brink faire refaire surface à qn/une entreprise, tirer qn/une entreprise d'affaire

(b) (withdraw → troops) retirer

2 intransitive verb

(a) (withdraw → troops, participant) se retirer;

∎ it's too late to pull back now il est trop tard pour se retirer ou pour faire marche arrière maintenant;

∎ they pulled back from committing themselves fully ils ont renoncé à s'engager complètement

(b) (step backwards) reculer;

∎ to pull back involuntarily avoir un mouvement de recul involontaire

(c) (jib → horse, person) regimber

➲ pull down

1 separable transitive verb

(a) (lower → lever, handle) tirer (vers le bas); (→ trousers, veil) baisser; (→ suitcase, book) descendre; (→ blind, window) baisser;

∎ pull the blind/the window down baissez le store/la vitre;

∎ with his hat pulled down over his eyes son chapeau rabattu sur les yeux;

∎ she pulled her skirt down over her knees elle ramena sa jupe sur ses genoux;

∎ I pulled him down onto the chair je l'ai fait asseoir sur la chaise;

∎ he's pulling the whole team down il fait baisser le niveau de toute l'équipe;

∎ my marks in the oral exam will pull me down mes notes à l'oral vont baisser ou descendre ma moyenne

(b) (demolish → house, wall) démolir, abattre;

∎ they're pulling down the whole neighbourhood ils démolissent tout le quartier;

∎ figurative it'll pull down the government ça va renverser le gouvernement

(c) familiar (weaken → of illness) affaiblir^□, abattre^□ ; (depress) déprimer^□, abattre^□

(d) American familiar (earn) gagner^□, se faire

(e) Computing (menu) dérouler

2 intransitive verb

(blind) descendre

➲ pull in

1 separable transitive verb

(a) (line, fishing net) ramener;

∎ they pulled the rope in ils tirèrent la corde à eux;

∎ to pull sb in (into building, car) tirer qn à l'intérieur, faire entrer qn; (into water) faire tomber qn à l'eau

(b) (stomach) rentrer;

∎ to pull oneself in rentrer son ventre

(c) (attract → customers, investors, investment) attirer;

∎ the show's really pulling them in le spectacle attire les foules

(d) familiar (earn → of person) gagner^□, se faire; (→ of business) rapporter^□

(e) familiar (arrest) arrêter^□, embarquer;

∎ they pulled him in for questioning ils l'ont arrêté pour l'interroger

(f) (stop → horse) retenir, tirer les rênes de;

∎ to pull one's car in to the kerb se ranger près du trottoir;

∎ to be pulled in for speeding être arrêté pour excès de vitesse

2 intransitive verb

(vehicle, driver → stop) s'arrêter; (→ park) se garer; (→ move to side of road) se rabattre; (arrive → train) entrer en gare;

∎ I pulled in for petrol je me suis arrêté pour prendre de l'essence;

∎ the car in front pulled in to let me past la voiture devant moi s'est rabattue pour me laisser passer;

∎ pull in here arrête-toi là;

∎ to pull in to the kerb se ranger près du trottoir;

∎ the express pulled in two hours late l'express est arrivé avec deux heures de retard

➲ pull off

1 separable transitive verb

(a) (clothes, boots, ring) enlever, retirer; (cover, bandage, knob, wrapping) enlever; (page from calendar, sticky backing) détacher;

∎ to pull the sheets off the bed retirer ou enlever les draps du lit;

∎ I pulled her hat off je lui ai enlevé son chapeau; (more violently) je lui ai arraché son chapeau

(b) familiar (accomplish → deal, stratagem, mission, shot) réussir^□ ; (→ press conference, negotiations) mener à bien^□ ; (→ plan) réaliser^□ ; (→ prize) décrocher, gagner^□ ;

∎ the deal will be difficult to pull off cette affaire ne sera pas facile à négocier;

∎ will she (manage to) pull it off? est-ce qu'elle va y arriver?;

∎ he pulled it off il a réussi

(c) vulgar (masturbate)

∎ to pull sb off branler qn;

∎ to pull oneself off se branler

2 intransitive verb

(a) (move off) démarrer; (after halt) redémarrer

(b) (stop) s'arrêter; (leave main road) quitter la route;

∎ he pulled off onto a side road il bifurqua sur une petite route;

∎ there's no place to pull off il n'y a pas de place pour s'arrêter

(c) (come off)

∎ the lid simply pulls off il suffit de tirer pour enlever le couvercle;

∎ the top pulls off to reveal… le dessus se retire et on peut voir…

➲ pull on

1 separable transitive verb

(clothes, boots, pillow slip) mettre, enfiler

2 inseparable transitive verb

(a) (tug at → rope, handle etc) tirer sur

(b) (draw on → cigarette, pipe) tirer sur

➲ pull out

1 separable transitive verb

(a) (remove → tooth, hair, weeds) arracher; (→ splinter, nail) enlever; (→ plug, cork) ôter, enlever; (produce → wallet, weapon) sortir, tirer;

∎ she pulled a map out of her bag elle a sorti une carte de son sac;

∎ he pulled a page out of his notebook il a déchiré une feuille de son carnet;

∎ pull the paper gently out of the printer retirez doucement le papier de l'imprimante;

∎ to pull a nail out of a plank arracher un clou d'une planche;

∎ the tractor pulled us out of the mud/ditch le tracteur nous a sortis de la boue/du fossé;

∎ to pull the country out of recession (faire) sortir le pays de la récession;

∎ to pull sb out of a tight spot tirer qn d'un mauvais pas;

∎ familiar to pull out all the stops (to do sth) faire le maximum (pour faire qch)

(b) (draw towards one → drawer, leaf of table, shelf) tirer; (unfold) déplier;

∎ pull the bed out from the wall écartez le lit du mur;

∎ he pulled a chair out from under the table il a écarté une chaise de la table

(c) (withdraw → troops, contestant) retirer;

∎ the battalion was pulled out of the border area le bataillon a été retiré de la région frontalière;

∎ he threatened to pull the party out of the coalition il menaça de retirer le parti de la coalition

(d) Computing (select, produce → data) sortir

2 intransitive verb

(a) (withdraw → troops, ally, participant) se retirer; (→ company from project, buyer) se désister; (→ company from place) quitter une/la région/ville/ etc;

∎ when they pulled out of Vietnam quand ils se sont retirés du Viêt-nam;

∎ she's pulling out of the election elle retire sa candidature;

∎ they've pulled out of the deal ils se sont retirés de l'affaire

(b) (move off → car, ship) démarrer; (→ train, convoy) s'ébranler; (move out to overtake) déboîter;

∎ she was pulling out of the garage elle sortait du garage;

∎ he pulled out to overtake il a déboîté pour doubler;

∎ a truck suddenly pulled out in front of me soudain, un camion m'a coupé la route;

∎ to pull out into traffic s'engager dans la circulation;

∎ Aviation to pull out of a dive sortir d'un piqué, se rétablir

(c) (economy)

∎ to pull out of a recession/a crisis sortir de la récession/d'une crise

(d) (be extendible or detachable → drawer) s'ouvrir; (→ handle) s'allonger; (→ map) se déplier;

∎ the sofa pulls out into a bed le canapé se transforme en lit;

∎ the shelves pull out on peut retirer les étagères;

∎ the table top pulls out c'est une table à rallonges

➲ pull over

1 separable transitive verb

(a) (draw into specified position) tirer, traîner;

∎ pull the chair over to the window amenez la chaise près de la fenêtre;

∎ she pulled the dish over and helped herself elle a tiré le plat vers ou à elle et s'est servie

(b) (make fall → pile, person, table) faire tomber, renverser;

∎ watch out you don't pull that lamp over fais attention de ne pas faire tomber cette lampe

(c) (usu passive) (stop → vehicle, driver) arrêter;

∎ I got pulled over for speeding je me suis fait arrêter pour excès de vitesse

2 intransitive verb

(vehicle, driver → stop) s'arrêter; (→ move to side of road) se ranger, se rabattre;

∎ pull over and let the fire engine past rangez-vous ou rabattez-vous sur le côté et laissez passer les pompiers

➲ pull round British

1 separable transitive verb

(a) = pull around

(b) (revive) ranimer;

∎ a drop of brandy will pull her round un peu de cognac la remettra ou remontera

2 intransitive verb

(regain consciousness) revenir à soi, reprendre connaissance; (recover) se remettre

➲ pull through

1 separable transitive verb

(a) (draw through → rope, thread) faire passer;

∎ pull the needle through to the other side faites sortir l'aiguille de l'autre côté

(b) (help survive or surmount) tirer d'affaire;

∎ he says his faith pulled him through il dit que c'est sa foi qui lui a permis de s'en sortir

2 intransitive verb

(recover) s'en sortir, s'en tirer

➲ pull to separable transitive verb

(shut → door, gate) fermer

➲ pull together

1 separable transitive verb

(a) (place together, join) joindre

(b) (organize → demonstration, rescue team) organiser; (prepare) préparer;

∎ I've pulled together a few suggestions j'ai préparé ou noté quelques propositions

(c) to pull oneself together se reprendre, se ressaisir;

∎ pull yourself together! ressaisissez-vous!, ne vous laissez pas aller!

2 intransitive verb

(a) (on rope) tirer ensemble; (on oars) ramer à l'unisson;

∎ pull together! (in rowing) avant partout!

(b) (combine efforts, cooperate) concentrer ses efforts, agir de concert;

∎ we've all got to pull together on this one il faut que nous nous y mettions tous ensemble, il faut que nous nous attelions tous ensemble à la tâche

➲ pull up

1 separable transitive verb

(a) (draw upwards → trousers, sleeve, blanket, lever) remonter; (→ blind) hausser, lever; (→ skirt) retrousser, relever; (hoist oneself) hisser;

∎ they pulled the boat up onto the beach ils ont tiré le bateau sur la plage;

∎ she pulled herself up onto the ledge elle s'est hissée sur le rebord;

∎ to pull one's socks up tirer ou remonter ses chaussettes; familiar figurative se remuer, s'activer

(b) (move closer → chair) approcher;

∎ I pulled a chair up to the desk j'ai approché une chaise du bureau;

∎ why don't you pull up a chair and join us? prenez donc une chaise et joignez-vous à nous!;

∎ he pulled the crate up to the scales il a traîné la caisse jusqu'à la balance

(c) (uproot → weeds) arracher; (→ bush, stump, tree) arracher, déraciner; (rip up → floorboards) arracher

(d) (stop → person, vehicle, horse) arrêter; (check → person) retenir;

∎ to be pulled up (by the police) se faire arrêter (par un agent);

∎ his warning pulled me up short je me suis arrêté net lorsqu'il m'a crié de faire attention;

∎ he was about to tell them everything but I pulled him up (short) il était sur le point de tout leur dire mais je lui ai coupé la parole

(e) familiar (improve → score, mark) améliorer^□ ; (→ average) remonter^□ ;

∎ his good marks in maths pulled him up again ses bonnes notes en maths ont remonté sa moyenne

(f) British familiar (rebuke) réprimander^□, enguirlander;

∎ he was pulled up for being late il s'est fait enguirlander pour être arrivé en retard;

∎ if your work is sloppy, they'll pull you up on it si ton travail est bâclé, tu vas te faire taper sur les doigts

2 intransitive verb

(a) (stop) s'arrêter;

∎ as I was pulling up at the red light alors que j'allais m'arrêter au feu rouge;

∎ pull up at or outside the main entrance arrêtez-vous devant l'entrée principale;

∎ to pull up short s'arrêter net ou brusquement

(b) familiar (ease up) se détendre^□, se relâcher^□

(c) (draw even) rattraper;

∎ to pull up with sb rattraper qn;

∎ Sun Boy is pulling up on the outside! Sun Boy remonte à l'extérieur!

(d) (improve → student, athlete, performance) s'améliorer

Un panorama unique de l'anglais et du français > pull

См. также в других словарях:

traîner — [ trene ] v. <conjug. : 1> • traïnerXIIe; lat. pop. °traginare, de °tragere → traire I ♦ V. tr. 1 ♦ Tirer après soi (un véhicule ou un objet quelconque). Le fardier « que cinq vigoureux chevaux avaient de la peine à traîner » (Zola). ♢… … Encyclopédie Universelle
laisser — [ lese ] v. tr. <conjug. : 1> • XIIIe; laszier fin IXe; lat. laxare « relâcher » I ♦ Ne pas intervenir. 1 ♦ (Suivi d un inf.) Ne pas empêcher de (⇒ consentir, permettre). Laisser partir qqn. Laisse moi rire. « Il ouvre un large bec, laisse… … Encyclopédie Universelle
laisser — (lê sé) v. a. Ce verbe, qui, comme on peut le voir à l étymologie, vient de laxare, et signifie proprement lâcher, a deux significations principales qui dérivent de cette étymologie : par l une, il veut dire se séparer de ; par l autre, ne pas … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
LAISSER — v. a. Quitter ; se séparer d une personne ou d une chose qui reste dans l endroit dont on s éloigne. Il a laissé son fils à Paris. Il a laissé ses gens à la porte de la ville. Il avait laissé sa voiture à Lyon. J ai laissé votre ami à la campagne … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
LAISSER — v. tr. Quitter, se séparer d’une personne ou d’une chose qui reste dans l’endroit dont on s’éloigne. Il a laissé son fils à Paris. Je l’ai laissé seul chez lui. J’ai laissé votre père en bonne santé. Laisser sa maison sous bonne garde. Laisser… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
Abdallah (Tintin) — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Alfred Halambique (Tintin) — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Alfredo Topolino — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Allan Thompson — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Bab El Ehr — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français
Basil Bazaroff — Liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou La liste des personnages des Aventures de Tintin et Milou comprend plus de 350 personnages présents dans Les Aventures de Tintin et Milou, certains récurrents, d autres apparus seulement une… … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на французский

laisser traîner ses mains partout

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на французский

laisser traîner ses mains partout

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: